De eindeloze interactie tussen de aarde en de sterren

Het getij verwijst naar de opwaartse en neerwaartse beweging van de oceanen en zeeën. Het is het resultaat van de aantrekkingskracht van de maan en de zon op de zee, maar ook van de rotatie van de aarde die een middelpuntvliedende kracht genereert.

Deze zogenaamde zwaartekracht varieert naargelang de positie van de maan en de zon ten opzichte van de aarde: als deze twee sterren aan dezelfde kant of diametraal tegenover elkaar staan, is er hoogwater. Als ze 90° uit elkaar staan, is het eb.

Wanneer de zon en de maan een rechte hoek vormen met de aarde, wordt het effect van hun aantrekkingskracht afgetrokken. De getijden zullen dan een zeer lage amplitude hebben, dit wordt dood water genoemd. Het was Isaac Newton die in 1687 voor het eerst dit fenomeen van de aantrekkingskracht van de sterren op de aarde ontdekte.

Wat zijn getijcoëfficiënten ?

Ze maken het mogelijk om te weten of het getij van de dag een groot of een klein getijverschil heeft, waarbij het getijverschil het niveauverschil tussen hoogwater en laagwater is.

De coëfficiënten liggen tussen 20 en 120 en zijn het resultaat van een berekening die met name rekening houdt met de hoogte van het hoogwater en het gemiddelde zeeniveau.Het hoogwater waargenomen aan de kusten is hoger dan 95.

Vloed

Springtij, ook wel springtij genoemd, treedt op wanneer de zon en de maan op dezelfde as staan ​​en hun effecten samenkomen. De getijden hebben dan sterke amplitudes.

Tijdens deze vloed staan ​​verschillende havens in het bekken enkele uren onder water.

De bijzonderheden van de getijden in het Bassin d'Arcachon

We kunnen zeggen dat het Bassin d'Arcachon de getijden volledig ervaart en dat dit fenomeen een sterke impact heeft op zijn geografie en zijn ecosysteem. Ten eerste is het Bassin d'Arcachon een semi-ingesloten lagune met zeer diverse landschappen.

Aan de kant van de monding van La Leyre aan de kant van Teich en Biganos is het landschap meer in de stijl van Pré-salés.

Vervolgens veranderen veel esteys en kanalen in de lagune, evenals zandbanken, stranden en passen ter hoogte van de opening naar de oceaan, afhankelijk van de getijden, de wind en de deining.

Inderdaad, de getijden verplaatsen de zandbanken, veranderen de passen en dragen met elk getij miljoenen M3 water mee.

De delta van de mond is verschillend, afhankelijk van het opkomende tij of het dalende tij.

Bij eb ontdekken we de zandbanken van het Bassin d'Arcachon en de alomtegenwoordige modder, d.w.z. meer dan 100 km2 waterkant.

Conclusie, we geven de voorkeur aan vloed om te zwemmen en eb om te wandelen en te vissen aan de kust!